Kelten en hun munten, een meesterschap in metaalbewerking
  • Welkom
  • Classificatie AVAVCIA-munten
  • Annaroveci-munt
  • potin "au guerrier courant"
  • staters uniface-typen Belgische stammen
  • potin "au rameau"
  • Keltische wieltjes en Keltische ringen

Keltische anneau's en rouellen




Over het gebruik of functie van Keltische wieltjes en Keltische ringen is er al heel wat inkt gevloeid. Deze bijdrage is bedoeld om de typische Keltische wieltjes en ringen die regelmatig te voorschijn komen op Keltische nederzettingen uit de latere La Tène-periode wat verder te belichten. Met de latere La-Tène-periode bedoel ik specifiek de laatste fase van de IJzertijd. Dit omvat grosso modo de periode lopende van de tweede en eerste helft van de eeuw voor Christus, in het archeologisch vakjargon ook wel de La Tène-perioden C (280-150 BC) en D (150 BC - 0) genoemd. Dit valt samen met de bloeiperiode van de Keltische steden en het algemeen gebruik van Keltische munten. Keltische wieltjes en ringen zijn dus uit de zeer late protohistorie afkomstige vervaardigheden die heel vaak onder de Franse benaming “rouelles” en “anneau’s” worden genoemd. Termen die ik hier ook zal toepassen omdat deze eveneens bij de Nederlandstaligen stevig zijn ingeburgerd aangaande deze materie.
Een belangrijke vraag dewelke zich opdringt, is of deze wieltjes en ringen wel of niet deel uitmaakten van het Keltische muntenstelsel.
 


 
Keltische ringen en rouellen.
 
In onze contreien, het huidige België en het zuiden van Nederland, worden er uit die periode zeer weinig Keltische wieltjes aangetroffen. Dit in tegenstelling tot het aantal Keltische ringen die af en toe wel aan de oppervlakte komen.
Bij de iets zuidelijkere wonende stammen uit Gallia Belgica komen naast Keltische ringen ook zeer geregeld typische gegoten wieltjes voor in brons, potin en lood. Heel uitzonderlijk worden bij deze stammen wieltjes gevonden in goud en zilver met getorseerde spaken. Ook gouden anneau’s ontbreken er niet.
Naast de vaak voorkomende vierspakige rouellen komen er zuidelijk van België ook grote rouellen voor in puur Keltische context, vaak fragmentarisch. Deze zijn ofwel 6, 8 of 10-spakig waarbij de buitenrand soms is versierd met cirkeltjes.
 
Deze rouellen en anneau’s worden doorgaans over het hele oppervlakte van de vroegere Keltische nederzetting gevonden overeenkomstig met de Keltische munten die op die plaats circuleerden. Wanneer we uitgaan van de gedachte dat deze rouellen en anneau's enkel votiefgaven waren om in een tempel te worden geofferd dan is het dus des te opvallender dat deze niet geconcentreerd worden gevonden binnen een (stedelijke) Keltische nederzetting. Indien deze rouellen en anneau's enkel gedeponeerd werden op een voor de Kelten sacrale plaats dan zou men dit zeker mogen verwachten.
Specifieke gebruiks- of slijtagesporen worden evenmin vastgesteld aan deze rouellen en anneau's. Als het geen votiefobjecten of gebruiksvoorwerpen zijn, wat zijn het dan wel? Vandaar dat ik ervan ben overtuigd dat beiden deel hebben moeten uitgemaakt van het vroege Keltische muntstelsel. 
Bovendien, op plaatsen waar er door uitgebreid archeologisch werd vastgesteld dat er binnen een nederzetting Keltische munten werden geslagen of gegoten, werden tussen de teruggevonden Keltische munten eveneens 4-spakige rouellen aangetroffen. 
In dit opzicht lijkt het mij ook geen toeval te zijn dat veel van deze rouellen en anneau’s in dezelfde metaallegering – namelijk potin - werden gegoten als de potinmunten zelf. Wat er volgens mij opnieuw op duidt dat ze allebei als munten werden gebruikt. Hoe de onderlinge verhouding tussen een potin, een rouelle of anneau moet zijn geweest is vooralsnog moeilijk te bepalen. Enkel een uitgebreid gericht onderzoek zou hierin tot nieuwe inzichten kunnen leiden.
 
In tegenstelling tot het aantal vierspakige kleine rouellen in potin ligt het aantal kleine rouellen gegoten in lood algemeen lager. Nochtans worden er soms mooi versierde kleine wieltjes, die in lood werden gegoten, aangetroffen. Algemeen zijn deze loden rouellen slechts een fractie kleiner dan de rouellen die in potin werden gegoten. In sommige delen van het antieke Gallia Belgica krijgt men niettemin de indruk dat ook deze loden vierspakige rouellen een onderdeel vormden van het muntstelsel zoals de Kelten dat kenden in de tweede eeuw voor Christus.

Foto
Boven twee foto's van vierspakige rouellen in potin en lood. Eronder 5 afbeeldingen van anneau's uit de late La Tène-periode.




Een oudere studie vertelt …

 
Interessant voor deze bespreking is de studie van le Comte De Widranges uit 1861 aangaande Keltische ringen en wieltjes. In zijn studie “Des Anneaux et des Rouelles” is hij de mening toegedaan dat het hier wel degelijk om een vorm van muntgeld gaat toebehorend aan de Kelten.   
 
Wat het ringgeld aangaat, vermeldt hij dat in Keltische graven teruggevonden uit de streek van de Marne, Meuse en Eure-et-Loir men heeft vastgesteld dat er bronzen ringgeld werd neergelegd in kleine vazen. Hij voegt eraan toe dat zowel de binnenrand als de buitenrand van zo’n een gegoten bronzen ring steeds intact zijn, nimmer bot of zelfs maar sporen van enige vorm van gebruik of slijtage vertonen. Heel opmerkelijk is de vermelding van twee teruggevonden ringen in graven waarop tekens waren aangebracht die het gebruik als pre-monetair geld lijken te bevestigen.
Eentje vertoonde een figuur van 4 cirkeltjes terwijl de andere een figuur van twee cirkeltjes bezat. Het gewicht van deze met 4 ringetjes was exact het dubbele als de anneau met twee ringetjes nl. 11,0 g tegenover 5.5 g. Deze perfecte gewichtsverhouding tussen deze beide bronzen ringen met de aanwezigheid van aparte merktekens lijken een betalingsmiddel te weerspiegelen.
In De Bello Gallico merkt Caesar overigens op dat toen hij in Brittannië verbleef dat de Kelten er ringgeld gebruikten in verschillende metalen, vooral in brons en ijzer. Het gebruik van ringgeld was er in het midden van eerste eeuw BC dus nog steeds in voege.

Foto
De Keltische anneau's met betreffende cirkeltjes zoals weergegeven in het werk van comte De Widranges.


Naast het vermelden van voornoemde Keltische ringen door comte De Widranges gaat hij vervolgens uitvoerig in op de rouellen. Hij maakt melding van een aanzienlijk aantal wieltjes gaande tot een diameter van 70 mm. Deze grote wieltjes zijn 10-spakig terwijl deze die behoren tot de groep met een diameter van 42-45 mm allemaal 6- of 8-spakig zijn. De meest voorkomende zijn de bronzen rouellen met een diameter tussen 18-20 mm. Deze bezitten steeds 4 spaken. Al deze rouellen bleken te zijn gegoten.
Tevens werden ook gouden en zilveren exemplaren gevonden met een diameter variërend tussen 16-18 mm. Deze uit edelmetaal waren 4, 6 of 8-spakig. Sommige waren gegoten, andere gesoldeerd.

In 1860 werden er op één plaats door drie verschillende landbouwers drie schatvondsten gedaan. In totaal werden er 25 grote 8-spakige wieltjes, 1 helft van een zeer grote 10-spakige rouelle en heel veel kleine rouellen van het 4-spakige type gevonden. De comte De Widranges maakte de vergelijking dat deze rouellen aan de grond werden toevertrouwd op het moment van de Romeinse invallen overeenkomstig Keltische munten werden verstopt in de grond tegen de Romeinse plunderaars. 
Nadien, in het jaar 1867, en niet meer aangehaald in het werk van De Widranges, werd op dezelfde plaats opnieuw een schat gevonden door een landbouwer. Deze weinig bekende vondst is nochtans van groot belang want naast 38 rouellen (gaande tot 42 mm) zaten er in die schat tevens 7 goudstukken, 1 kwartstater in electrum, 10 potins en 2 bronsmunten. Naast gekende Keltische munten bevatte deze schatvondst dus eveneens rouellen van verschillende grootte wat het vermoeden van het gebruik van deze rouellen als muntgeld lijken te bevestigen.



Foto
Keltische rouellen uit het werk van comte De Widranges.


Spijtig dat le comte De Widranges dit niet in zijn werk heeft opgenomen. Mogelijk was hij na de uitgave van zijn werk in 1861 wel op de hoogte van die vondst omdat hij pas in 1880 stierf. Maar nooit heeft hij er melding van gemaakt.   
Wellicht zou het gebruik van rouellen als echt muntgeld ondertussen dan wel veel beter zijn aanvaard geweest door andere latere vorsers op dat gebied. Trouwens, vanuit de academische wereld wordt er nog steeds zeer argwanend gekeken naar rouelllen en anneau’s.
Ooit heb ik de kans gekregen om aan een vooraanstaand persoon op het gebied van Keltische munten te vragen wat er werd gedacht over rouellen. Dat rouellen nog nooit in een schatvondst werden aangetroffen bleek de sterkste motivatie te zijn om deze niet op te nemen als Keltisch geld. Zonder op lange tenen te willen trappen, maar blijkbaar was die vorser niet op de hoogte van de schatvondst die hierboven werd aangehaald.




Nog ander Keltisch protogeld?

 
Naast de vrij grote gegoten bronzen ringen die vooral meer voorkomen in noordelijk Gallië Belgica worden er bij stammen uit midden Gallia Belgica ook zeer typische gegoten bronzen ringen gevonden in graven en op Keltische nederzettingen die vrij klein en vrij dik zijn. Soms is de uiterste buitenrand van deze anneau’s met één of meerdere smalle buitenringen afgewerkt. Ze zien eruit als kralen maar ook deze anneau’s werden meer dan waarschijnlijk als ringgeld gebruikt vermits deze net als potinmunten en rouellen verspreid in een nederzetting aan het licht komen.

Foto
Typische Keltische ringen.
Foto
Kleine Keltische anneau's


Zoals reeds neergepend gebruikten de Kelten ook ijzeren ringgeld. Niet alleen is de bewaringstoestand van ijzer in de grond verre van ideaal maar de algemene onwetendheid dat er ook ijzeren ringen als pre-monetair geld werd gebruikt door de Kelten, maakt waarschijnlijk voor een groot deel uit dat men ze weinig tegenkomt.
 
Om de zuivere Keltische periode af te sluiten, is er buiten de zogenaamde rouellen en anneau’s nog een soort van proto-geld dat in sommige Keltische nederzettingen wordt waargenomen. Hoewel veel minder frequent dan rouellen en anneau’s duiken er soms zogenaamde “datteln” op. Deze “datteln” werden gesignaleerd door Karel Castelin in zijn werk “Keltische Münzen. Katalog der Sammlung im Schweizerischen Landesmuseum Zürich, Band I, nummers 975-978”. De in dat werk vernoemde stukken waren allemaal afkomstig uit de vindplaats La Tène. Het gaat om een soort van kleine langgerekte eivormige gegoten metaalklompjes. Naast exemplaren in brons werd er ook een exemplaar in goud aangetroffen.
Deze “datteln” zijn veeleer zeldzaam ofwel omdat ze niet veel voorkomen ofwel omdat ze niet als dusdanig worden herkend. Ondertussen werden ook op andere vindplaatsen “datteln” aangetroffen. Maar er is zo goed als niets over te vinden in de recente literatuur over deze aparte Keltische gegoten stukken uit de late protohistorie. Niettemin blijken ook deze “datteln” voor te komen daar waar er tevens anneau’s, rouellen en Keltische munten worden aangetroffen.


Foto
Zogenaamde datel afkomstig van een Keltische nederzetting.




Loden wieltjes in de vroeg-Romeinse periode

 
Na de onderwerping van de Kelten verdwenen al snel hun steden en dorpen. In de buurt van die oude Keltische steden en dorpen ontstonden nieuwe burgerlijke en militaire nederzettingen onder het gezag van de Romeinse aanwezigheid. In de post-Caesariaanse en Augusteïsche periode waren er nog veel inheemse soldaten met Keltische afstamming gelegerd in zulke Romeinse militaire bolwerken. Zulke Gallische troepen maakten nog veel gebruik van inheemse munten zonder dat er evenwel nog rouellen en anneau’s bleken te circuleren. Vanaf deze periode lijkt er een concentratie aan vondsten van wieltjes op te treden op tempelcomplexen. Soms worden aanzienlijke aantallen rouellen aangetroffen op tempelgronden. Dit geldt niet voor de rest van de nieuw ontstane woongebieden. De echte Keltische anneau’s lijken in die periode zelfs te zijn verdwenen.
 
In een vroeg Gallo-Romeinse context die meestal wordt gedateerd in de enkele decennia voor het begin van onze tijdrekening worden niet zelden zeer kleine in lood gegoten wieltjes gevonden die vaak nog aan elkaar vastzitten in zogenaamde châpelets. Deze rouelletjes in châpelets worden soms in zeer grote aantallen teruggevonden. Zo bedroeg het aantal rouellen van dit type op een heiligdom bij de Seine 30.000 stuks. Deze zeer kleine loden rouellen hebben een sterke analogie met de 4 spakige rouellen uit de echte Keltische periode en op zulke tempelcomplexen vormen ze beslist een tastbare herinnering aan de Keltische wortels van het veroverde volk.  


Foto
Kleine loden rouelle uit een Gallo-Romeins tempelcomplex. Vaak worden er nog een aantal aan elkaar gevonden.




Fusaïoles.
 
Om dit artikel af te sluiten nog heel even een woordje over de zogenaamde fusaïoles die vaak als Keltische rouellen worden aangeduid.
Fusaïoles zien eruit als Keltische ringen dewelke in lood werden gegoten. Vaak vertonen deze fusaïoles uitstulpingen die in de literatuur cabouchons, trièdres of arêtes saillantes worden genoemd. Ze hebben een ronde opening in het midden. De term fusaïoles is een verwijzing naar het gebruik van deze voorwerpjes als spinschijfjes.
In bepaalde delen van midden-Frankrijk vindt men bij wijze van spreken op elk veld loden fusaïoles terwijl meer naar het noorden toe dit absoluut niet het geval meer is. Bij de Keltische Belgen zijn deze fusaïoles op hun woonhorizonten echter geheel afwezig. Ze worden er niet gevonden.
Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat de zogenaamde fusaïoles inderdaad loden verzwaringen waren die op houten stokjes werden geplaatst om de beweging van de stok tijdens het spinnen te vergemakkelijken. In de oudheid kwamen er wel al spinsteentjes voor met een gelijkaardige functie maar niet in lood.
In dat opzicht is het artikel van Pierre-Roland Giot interessant. Het noemt ludiek ‘piège archéologique’ en hij verwijst erin naar een zinsnede van F. Parenteau uit 1862. Ik citeer even: “Or, dès 1862, F. Parenteau avait vu juste. On a souvent cité la phrase qui résume ses conclusions : « Les rouelles de plomb sont des pesons de fuseaux. De nos jours, on en fabrique d’identiques à Ploërmel et à Josselin (Morbihan) ; elles se vendent, à raison de deux pour un sou, aux femmes de la campagne, qui s’en servent pour donner du poids à leurs fuseaux ». Dat zegt genoeg nietwaar ...



Foto
Voorbeelden van loden fusaïoles.



Dank U voor het lezen!

Catuvolcos
Powered by Create your own unique website with customizable templates.