Dag,
In haar lijvig maar zeer bewonderenswaardig werk “La Gaule Belgique” onderscheidt Mevr. Simone Scheers voor de bronzen AVAUCIA-munten drie groepen. In 1996 voert zij een verfijning door binnen deze verschillende klassen. De bronzen AVAUCIA-munten van de klasse I en II worden sinds dan verder onderverdeeld in een aantal varianten. Deze nieuwe verfijnde classificatie werd gepubliceerd in het Belgisch Tijdschrift voor Numismatiek en Zegelkunde, CXLII-1996.
Aangezien er in onze regio’s regelmatig AVAUCIA-munten worden gevonden en omdat het aangewezen is dat zoveel mogelijk geïnteresseerde mensen eenzelfde classificatie hanteren, kunt U vanaf nu gebruikmaken van deze classificatie zoals ze door Mevr. Simone Scheers werd opgesteld anno 1996. Op langere termijn zullen we hierdoor zeker nog een beter inzicht krijgen in de omloop van deze onmiskenbaar Eburoonse bronsmunt.
Classificatie van de AVAUCIA-typen (1996):
Klasse I
Vz: vier linksdraaiende paardenbusten (swastika) rond een centrale cirkel, de paardenbusten zijn duidelijk herkenbaar, zelfs het oor van het paard is zichtbaar. De busten worden gescheiden door een cirkel met punt tussen twee kleinere cirkeltjes; dit alles omgeven door een cirkel van puntjes (grenetis)
Kz: paardje lopend naar links met gebogen binnenpoten, driehoekige hoeven, het lichaam versierd met twee overlappende cirkels; de manen zijn parelvormig uitgewerkt; een éénlijnige staart eindigend op een pareltje; voor de buste een ringetje of een ringetje met punt; boven het paard de legende AVAUCIA , al dan niet geplaatst boven een ringetje; dit alles omgeven door een cirkel van puntjes (grenetis)
variant a: met de legende AVAUCIA, al dan niet geplaatst boven een ringetje
In haar lijvig maar zeer bewonderenswaardig werk “La Gaule Belgique” onderscheidt Mevr. Simone Scheers voor de bronzen AVAUCIA-munten drie groepen. In 1996 voert zij een verfijning door binnen deze verschillende klassen. De bronzen AVAUCIA-munten van de klasse I en II worden sinds dan verder onderverdeeld in een aantal varianten. Deze nieuwe verfijnde classificatie werd gepubliceerd in het Belgisch Tijdschrift voor Numismatiek en Zegelkunde, CXLII-1996.
Aangezien er in onze regio’s regelmatig AVAUCIA-munten worden gevonden en omdat het aangewezen is dat zoveel mogelijk geïnteresseerde mensen eenzelfde classificatie hanteren, kunt U vanaf nu gebruikmaken van deze classificatie zoals ze door Mevr. Simone Scheers werd opgesteld anno 1996. Op langere termijn zullen we hierdoor zeker nog een beter inzicht krijgen in de omloop van deze onmiskenbaar Eburoonse bronsmunt.
Classificatie van de AVAUCIA-typen (1996):
Klasse I
Vz: vier linksdraaiende paardenbusten (swastika) rond een centrale cirkel, de paardenbusten zijn duidelijk herkenbaar, zelfs het oor van het paard is zichtbaar. De busten worden gescheiden door een cirkel met punt tussen twee kleinere cirkeltjes; dit alles omgeven door een cirkel van puntjes (grenetis)
Kz: paardje lopend naar links met gebogen binnenpoten, driehoekige hoeven, het lichaam versierd met twee overlappende cirkels; de manen zijn parelvormig uitgewerkt; een éénlijnige staart eindigend op een pareltje; voor de buste een ringetje of een ringetje met punt; boven het paard de legende AVAUCIA , al dan niet geplaatst boven een ringetje; dit alles omgeven door een cirkel van puntjes (grenetis)
variant a: met de legende AVAUCIA, al dan niet geplaatst boven een ringetje
variant b: de legende is afwezig, het ringetje kan aanwezig zijn. Op de vz. zijn de busten gescheiden door een cirkel met punt tussen twee ringetjes of een eenvoudig ringetje
variant c: de vz. vertoont een linksdraaiende swastika waarbij de busten gescheiden zijn door een cirkel met punt tussen twee ringetjes of een eenvoudig cirkeltje. Op de kz. staat een paardje naar links maar zonder legende en zonder ringetje boven het paard.
Klasse II
vz. swastika naar links of rechts – de paardenbusten zijn niet meer duidelijk herkenbaar; een minder rijke versiering tussen de busten nl. een cirkel of een cirkel met punt.
Op de kz. staat een wandelend paard naar links op een grondlijn, de rechtervoorpoot omhoog en de linkervoorpoot strak; voor de buste al dan niet een cirkel met punt
variant a:
vz. naar linksdraaiende swastika
kz. fijn getekend paardje, de kop is versierd met twee oortjes en de manen zijn weergegeven als fijne pareltjes, het oog is weergegeven als een puntje omgeven door een dieperliggend cirkeltje; buste en billen van paard zijn versierd met twee overlappende cirkels; dit alles omgeven in een cirkel van puntjes omgeven door nog een cirkel (dubbele grenetis)
variant b:
vz. naar rechtsdraaiende swastika, de armen gelijkend op 4 S-en dewelke niet meer vastzitten aan het centrale cirkeltje; tussen elke arm een cirkel met punt of niet: omgeven door een eenvoudige cirkel van puntjes (grenetis)
kz. zwaarder weergegeven paardje naar links op een grondlijn, het kopje is versierd met twee oortjes en de manen zijn uitgewerkt met grotere bolletjes, een langere naar voren gebogen nek; lichaam van het paard is versierd met twee overlappende cirkels gecentreerd met een bolletje; omgeven door een eenvoudige cirkel van puntjes (grenetis)
Klasse III
Analoog met klasse II maar op de kz. een paard naar rechts
Voor de munten van klasse II en III is er een tendens voor het gebruik van kleinere muntflans.
Met vriendelijke groeten,
Catuvolcos
